Boekpresentatie Tot Hulp en Troost
Op 1 december jongstleden werd in de kerk van het Heilige Geest Gasthuis aan de Pelsterstraat in Groningen het boek 'Tot hulp en Troost' gepresenteerd. Het eindresultaat van een project dat sinds 2010 liep en waarbij ik eind 2014 als auteur betrokken raakte. Mijn hoofdstuk 'Van zorginstelling naar woongemeenschap' gaat over de bewoners in de negentiende en twintigste eeuw.
Het begon allemaal met een oproep van de voogdij van het Heilige Geest Gasthuis. Gevraagd werd om studenten die het leuk zouden vinden een scriptie te schrijven over het gasthuis. Dus zo nam ik in september 2012 contact op met het idee iets te schrijven over de bewoners in de negentiende of twintigste eeuw. Dat werd uiteindelijk mijn Bachelorscriptie 'De bewoners van het Heilige Geest Gasthuis (Pelstergasthuis) eind negentiende, begin twintigste eeuw in breder perspectief'.
Vooral het onderzoek dat ik deed naar de samenstelling van de bewoners uit die tijd, wat betreft de man/vrouw-verhouding en de huwelijkse staat vond ik erg leuk om te doen. Het bleek dat het grootste deel van de mannelijke bewoners gehuwd was wanneer zij in het gasthuis kwamen wonen, terwijl slechts 10% van hen nooit gehuwd geweest was. Van de vrouwelijke bewoners was het grootste deel weduwe (38%) of nooit gehuwd geweest (32%). Ook was een klein gedeelte gescheiden (2%). Bij elkaar stond het grootste deel van de vrouwelijke bewoners er dus alleen voor. Mijn Bachelorscriptie legde daarnaast de focus op de hoogte van de inkoopsom die bewoners betaalden. Er werd eenmalig een bedrag betaald die de bewoners voor de rest van hun leven kost en inwoning in het gasthuis garandeerde. Mijn onderzoek wijst uit dat de inkoopsom eind negentiende, begin twintigste eeuw afhankelijk was van de leeftijd van de bewoners.
De bewoners van het gasthuis lieten mij nog niet los, dus schreef ik ook mijn Masterscriptie 'De sociale positie van de bewoners van het Heilige Geest Gasthuis (Pelstergasthuis) te Groningen 1775-1800' over het Pelstergasthuis. Een andere periode en andere insteek. Ook nu onderzocht ik de huwelijkse staat, die op de gescheiden vrouwen na vergelijkbaar was met een eeuw later, en de hoogte van de inkoopsom. In deze periode werd 66% van de bewoners opgenomen zonder een inkoopsom te hoeven betalen. Mijn vraag was: Is er een verschil in sociale positie tussen deze twee groepen? Daarvoor keek ik naar het aantal bewoners dat hun erfenis afkocht bij het gasthuis en deze daarmee aan hun erfgenamen naliet i.p.v. aan het gasthuis. Van de bewoners die wel een inkoopsom betaalden, kocht 51% de erfenis af, tegenover 13% van de bewoners zonder inkoopsom. Dit duidt erop dat de laatste groep minder bezit had dan de eerste. Een erfenis die er niet is, hoeft immers ook niet te worden afgekocht.
Ik keek ook naar de beroepen van de bewoners en hun naaste familieleden. Daaruit bleek dat het grootste deel van de bewoners uit gildeleden bestond. De helft daarvan betaalde een inkoopsom en de andere helft niet. Ook bleek een groot deel van de bewoners lid van de Burgerwacht. Van oudsher was iedere burger verplicht de stad te verdedigen, maar deze verplichting kon, bijvoorbeeld wegens geloofsovertuigingen, worden afgekocht. Vanaf 1657 bestond de Burgerwacht van Groningen uit 18 vaandels (compagnieën) met aan de leiding elk een hopman, luitenant en vaandrig. Deze functies waren onbetaald en zijn in feite dus geen beroepen, maar stonden hoog in aanzien en werden vaak als aanspreektitel gebruikt. Een deel van de bewoners die geen inkoopsom betaalden, had een hoge positie in de Burgerwacht, als luitenant of vaandrig. Het is waarschijnlijk dat deze bewoners vanwege hun aanzien bevoordeeld werden. Ook al omdat een groot deel van de voogden van het Heilige Geest Gasthuis zelf een hoge positie in de Burgerwacht hadden.
Mijn Masterscriptie heb ik omgewerkt tot een artikel dat in het Historisch Jaarboek Groningen 2015 verscheen onder de titel 'Ouderenzorg in de stad Groningen. De bewoners van het Heilige Geest Gasthuis (1775-1800)'. Het zojuist verschenen boek 'Tot hulp en Troost' dat ik ook als afsluiting van mijn gasthuisperiode zie (voorlopig dan, want zeg nooit, nooit) is verkrijgbaar via WBooks
Reageer